Relevante informatie voor het ontwerpen van ondervloersystemen
Ondervloersystemen zijn in de vloerconstructie de installatieruimte voor stroom-, data- en multimedia-aansluitingen. Voor verschillende eisen voor wat betreft inbouwhoogte of vloeronderhoud levert OBO verschillende producten en oplossingen.
Vergelijking ondervloersystemen
Ondervloersysteem | Ontkoppelbaar | Nivelleerbaar | Zware toepassingen | Nat onderhoud | Inbouwhoogte | Aantal apparaten | Diameter rond | Afmeting hoekig |
Inbouweenheid GES | ja | nee | nee | ja | vanaf 75 mm | 3 | ∅ 234 ∅ 294 ∅ 324 | 118 x 194 mm 222 x 222 mm 274 x 221 mm 264 x 264 mm |
Cassettes | ja | ja | ja | ja | vanaf 90 mm | 6 10 12 | ∅ 214 ∅ 274 ∅ 304 | 199 x 199 mm 243 x 243 mm |
Ronde vloercontactdozen GES R2 | ja | nee | ja | ja | vanaf 85 mm | 2 | ∅ 104 | |
Vierkante vloercontactdozen UDHOME | nee | ja | ja | ja | vanaf 95 / 110 mm | 2 6 12 | 125 x 125 mm 205 x 205 mm 250 x 250 mm |
Aan de hand van deze voorwaarden kiest u het best passende kanaalsysteem. De door ons ontwikkelde software OBO construct helpt u hier bij een snelle en doelgerichte planning.
Naar ontwerpsoftware OBO Construct
Belasting bij ondervloersystemen
De DIN EN 50085-2-2 bepaalt de belastingseisen voor elektrotechnische installatiesystemen. Conform deze norm mogen cassettes en/of inbouweenheden onder belasting maximaal 6 millimeter doorbuigen. Bij harde vloerbekledingen zoals tegels geeft een doorbuiging van 6 mm echter al breukschade. Daarom heeft OBO de interne kwaliteitseisen verhoogd en gaat met de OBO-testnorm nog een stap verder.
Nat onderhoud bij ondervloersystemen
Alle inbouweenheden van OBO voor nat onderhouden vloeren voldoen met een beschermingsklasse van minimaal IPX4 in gesloten toestand volledig aan de eisen uit de EN_50085_2-2. Inbouweenheden met tubus beschermen de elektrotechnische installatie ook in gebruikte toestand tegen binnendringen van water – ondanks een verlaagde beschermingsklasse IP20.
Geluidsbescherming bij ondervloersystemen
De ondervloersystemen van OBO zijn geschikt voor de inbouw van zwevende, natte afwerkvloeren. Normaal gesproken worden er eisen gesteld aan de lucht- en contactgeluiddemping, zowel bij verticale (van verdieping naar verdieping) als bij horizontale geluidsoverdracht (tussen naast elkaar liggende ruimten).
Omdat de ondervloersystemen ook onder scheidingselementen door worden geïnstalleerd, is de invloed van het systeem op de geluidsoverdracht zeer relevant. De lucht- en contactgeluidoverdracht voor de kanaalsystemen EUK, OKA, OKB en vloertanks UDHOME 4 zijn daarom via gekwalificeerde beproevingen door het testinstituut MÜLLERBBM GmbH in Planegg bij München geëvalueerd.
Brandwering in ondervloersystemen
In Duitsland is de Muster-Leitungsanlagen-Richtlinie (MLAR, richtlijn betreffende model-leidingsystemen) maatgevend voor brandwerende maatregelen in leidingsystemen, dus ook voor ondervloersystemen. Daarnaast is in systeemvloeren de model-systeemvloerenrichtlijn (MSysBöR) maatgevend. Overeenkomstig de vereisten in deze normen kunnen ondervloersystemen van OBO Bettermann in vlucht- en reddingswegen en door brandwerende wanden geleid worden.
Normen voor ondervloersystemen
Normen kunnen in twee categorieën worden onderverdeeld: opstellingsnormen en productnormen. Voor het aanhouden van de opstellingsnormen is in de eerste plaats de installateur verantwoordelijk. De productnorm EN 50085-2-2 bepaalt de testcriteria voor ondervloersystemen. De ondervloersystemen van OBO Bettermann zijn VDE-gecertificeerd.
OBO producten in de focus
Uw contact bij OBO
